Vanochtend hebben we op bed even naar de televisie gekeken. Uitsluitend Franse zenders. Al zappend kwamen we langs een zender waar we mensen bezig zagen met een soort van schelpen rapen op een drooggevallen kustlijn en deze openbreken.
Interessant, maar wat was het? Het antwoord kwam van onze hostess. Zij vertelde aan Joke dat het al zo lekker warm was en ze ’s morgens al palourdes had gezocht. Huh, palourdes? Ja, die zitten in achtergebleven schelpen nadat de zee zich heeft teruggetrokken. Dan moet men snel werken, want de zee blijft niet lang weg. Deze palourdes moet je koken en dan is het smullen geblazen. Na even heen en weer gepraat te hebben kwamen we erachter dat dit kokkels zijn. Precies zoals we dit ’s morgens op de televisie hebben gezien.
Een wijsheid rijker stapten we in de auto om nog even uit te stappen bij de Plage de Pontaillac (waar we de afgelopen twee dagen de zee in zijn gegaan) en daar bij de bakker een stokbrood te kopen. Hmm, het was ook een patissier dus besloten we ook iets lekkers te kopen. Dat bleek een delicatesse te zijn. Een soort van roombroodje, besuikerd en gevuld met aardbeien confituur. Dit zag er te lekker uit om niet direct op te eten en aangezien we nog niet hadden ontbeten was het bankje aan zee een perfecte plaats om te gaan zitten.
Daarna gingen we weer op weg. Het was erg druk op de weg merkten we en het schoot aanvankelijk niet op.: route barrée met een omleidingsroute en zelfs daarbij een bord met de te volgen plaatsnaam. On y va, de Fransen gaan het eindelijk leren dachten we.
Oeps, iets te vroeg gejuicht. Waar is een bordje met einde omleidingsroute? Daar hebben ze dan weer niet aan gedacht. Maar we hadden altijd nog een navigatiesysteem dat ons uit de brand hielp.
Gelukkig werd het na verloop van tijd wat rustiger op de weg en ook de omgeving weer wat landelijker. Zo rond half twaalf werd het tijd voor koffie. We keken even op de kaart of we in de buurt iets zagen wat ons wel leuk leek en ja hoor: Fouras. Gelegen op een uitstulping langs de Franse westkust. Daar aangekomen reden we helemaal door tot het uiterste puntje om daar de auto te parkeren.
Wat we daar zagen was wel heel toevallig. Tientallen mensen die met emmers en gereedschap in de weer waren: kokkels zoeken! Te leuk om niet van dichtbij te bekijken. Dus op onze sandalen over tal van versteende schelpenbergjes, modder en plassen zeewater op de grotendeels drooggevallen zeebodem gelopen. Op een gegeven moment sprak Joke een man aan. Nee hij was niet op zoek naar kokkels maar naar oesters. Hij vond er twee, brak de schelp open en liet Joke proeven. Verser dan vers.
Omdat we nog zo’n 90 kilometer moesten rijden en de oestermeneer ook wat anders te doen had, zijn we verder getrokken. Nog wel even een kopje koffie gedronken en zoals vaker bij de Franse restaurants, is er wel een WC maar is deze voor zowel dames als heren. Dus Joke: als jij naar de WC gaat en de deur niet goed op slot doet kan het zijn dat er zomaar een Fransoos binnenstormt als jij nog bezig bent met je rok omlaag te doen!
Nog snel ergens op een bankje met uitzicht op de oceaan het stokbrood gegeten, niet als ontbijt maar als lunch, nog even een fort bekeken en weer de auto in.
Eenmaal een flink eind op weg kreeg voor ons het begrip wegwerkzaamheden een nieuw begrip. Gewoon het licht op rood zetten, eerst wat werkzaamheden doen op de weghelft die eigenlijk opengesteld was en vervolgens het licht op groen. Alleen niet voor onze kant, maar de overkant. Mwah, ook al was het inmiddels 35 graden, met een snoepje om op te kauwen duurt het wachten minder lang. Een minuut, twee minuten, drie minuten en wij maar wachten en het verkeer blijft maar van de andere kant komen. Ontzettend veel Fransen die met de camper op pad zijn. Vier minuten, vijf minuten, zes minuten en nog steeds verkeer van de andere kant. En iedereen aan onze kant bleef keurig wachten. Geen getoeter, geen schelden, geen verkeersregelaar die naar de grond werd gewerkt. Niets van dat alles. Zeven minuten, acht minuten en verhip. De stroom aan de andere kant is eventjes opgedroogd. En ja hoor, wij mochten.
Uiteindelijk kwamen we toch nog op tijd bij de chambre d’hote en hebben we daarna nog heerlijk gedineerd in Roche-sur-Yon.
Morgen gaan we weer verder noordwaarts en gaan we Nantes bezoeken.
4 Comments
Wat een mooi verhaal weer Joke en Piet!
Met veel herkenbaars voor ons.
De palourds hebben wij meerdere keren gegeten, zelf gezocht samen met mijn zwager Wim bij Le Passage du Gois, een 4,5 km lange natuurlijke oversteek naar het eiland Noirmoutier in Frankrijk. Die oversteek ligt tussen Île de Noirmoutier en Beauvoir-sur-Mer, in het departement Vendée. De oversteek daar wordt twee keer per dag overspoeld door hoog water, dan kun je alleen nog via de tolbrug van het eiland af. Dat palourds zoeken was echt een belevenis om nooit te vergeten…. en ook de spierpijn niet die ik er daarna van had.
Leuk dat wij een herinnering aan het creëren zijn en dat bij jullie een herinnering doet oproepen. Knap dat je al die details nog weet! Maar het was ook om nooit te vergeten schrijf je 😉
Pracht verhaal weer. En mooie ervaringen rijker. Alhoewel jullie ‘des travaux routiers en deviation’ best konden missen ?. Fijne laatste dagen in la douce France. A bientôt! ??
Ja, was een leuke belevenis. Beter dan de verkeersopstoppingen, haha. Tot spoedig!!!